Het studiejaar van de vierjarige opleiding loopt van september tot en met juni en bestaat uit 32 lesweken. Met uitzondering van de schoolvakanties zijn er iedere week twee bijeenkomsten van elk drie uur. Er is les op maandag- en woensdagavond van 19:00 tot 22:00 uur, en op zaterdag van 10:00 tot 13:00 uur en van 14:00 tot 17:00 uur. Studenten in het basisjaar hebben op de twee doordeweekse avonden les, of de gehele zaterdag. Op het inschrijfformulier kun je je voorkeur aangegeven.
Daarnaast werkt de student zelfstandig. De producten van het thuiswerk worden in werkgroepen besproken; elke student krijgt commentaar op het individuele werk in uitvoering. Vanaf het derde lesjaar verschuift het accent van de opleiding meer en meer naar zelfwerkzaamheid.
Ook is er het Leeslab, waarin niet je eigen werk maar gepubliceerd werk van diverse schrijvers centraal staat. Verspreid over het studiejaar zijn er op ongeveer 10 data verschillende bijeenkomsten, waar je er een aantal uit kunt kiezen.
De artistieke bagage van een beginnend schrijver is doorgaans ontoereikend. Zelden zal een eerstejaarsstudent al inzicht hebben in proza, poëzie, essay, toneel én scenario. Doorgaans is ook nog niet helder welke toekomst het persoonlijk talent kan bieden. Daarom ligt het accent in de eerste twee studiejaren op verkenning van de literaire genres en de eigen mogelijkheden. Doorloopt de student deze eerste fase met succes, dan wordt hij toegelaten tot de tweede fase: die van de professionele schrijfpraktijk.
Tijdens de oriëntatiefase maken de studenten kennis met verschillende genres, theoretische begrippen, vormprincipes, technieken en vingeroefeningen in schrijfkunst. Het eerste jaar gebeurt dit in vijf blokken van elk acht bijeenkomsten per genre (poëzie, toneel, scenario, proza en essay). Daarnaast volgt de eerstejaarsstudent vrijwel het hele jaar schrijftraining, en is er het verplichte Leeslab. Om tot het tweede studiejaar te worden toegelaten moet de student voor minstens vijf van de zeven modules een positieve beoordeling behalen.
Het vak scenario wordt alleen in het eerste jaar gegeven. Studenten die zich daarna verder willen bekwamen in het scenarioschrijven, kunnen hun studie voortzetten op de Scenariovakschool.Gedurende het tweede jaar volgt de student twee vakken. Dat kunnen twee verschillende genres zijn, of een van de genres plus schrijftraining. Aan het eind van het jaar wordt de student beoordeeld op grond van zijn eindwerkstuk. De beoordeling is streng. Bij twijfel wordt de student niet tot de tweede fase toegelaten. In het tweede jaar is er ook de mogelijkheid om de studielast te spreiden door slechts één vak per week te volgen. Zie de studiegids voor meer informatie.
Het onderwijs in de professionele fase, dus in het derde en vierde studiejaar, behelst verdere ontwikkeling van vormprincipes en techniek, verdieping van inzicht in het eigen schrijfproces en vergroting van de intellectuele mogelijkheden. De student richt zich hierbij op de ontwikkeling van zijn stijl.
In het derde jaar volgt de student het hoofdvak en ondersteunende vakken zoals schrijftraining en eindredactie. Het derde jaar is onderverdeeld in twee semesters met verschillende docenten. Die geven weerklank op het geleverde werk, maar de student moet zich nu tot zelfstandig auteur ontwikkelen. In feite begint hij zijn eigen schrijfpraktijk. Dit vereist meer werkuren dan in de eerste twee studiejaren. De student wordt geacht die vrij te maken, ook om zijn vakgebied intensief te verkennen. Een student die in zijn ontwikkeling stagneert kan aan het eind van het derde studiejaar het bindende advies krijgen om dit jaar over te doen, of te stoppen.
De begeleiding in het vierde jaar is individueel. De begeleider is een reeds gevestigde auteur op het betreffende vakgebied. Studenten kiezen zelf een begeleider, waarna deze door de school wordt benaderd. Indien de begeleider bewilligt, stellen student en begeleider in onderling overleg werkafspraken en bijeenkomsten vast. Naast de individuele begeleiding kunnen de studenten hun werk in uitvoering periodiek bespreken met jaargenoten. Ook hebben ze toegang tot het Leeslab, gastlessen, lezingen en andere activiteiten van de school.
In het vierde jaar schrijft de student aan zijn of haar eindexamenproject; een werk dat geschikt moet zijn voor publicatie (of vertoning als het een toneelstuk betreft). In veel gevallen leidt dit ook tot een eerste professionele publicatie, bijvoorbeeld een debuutroman, of een bundel gedichten, verhalen of essays.
Tot en met het derde jaar is er schrijftraining. Daarbij gaat het niet om het eindproduct, maar om fragmentarische oefening. De studenten krijgen opdrachten om hun perceptie ontvankelijker te maken en aan te scherpen, de fantasie te trainen, het associatievermogen te prikkelen, en de grenzen van de verbeelding te verleggen. De zintuigen worden nadrukkelijk aan het werk gezet, vooroordelen gaan overboord, de creatieve durf wordt aangespoord. Er zijn ook opdrachten om technieken aan te leren, procédés toe te passen, uiteenlopende verhaalregisters uit te proberen, en te experimenteren. Schrijftraining wordt in een groot deel van het eerste studiejaar gegeven en in de tweede helft van het tweede jaar. In het derde studiejaar is schrijftraining in principe facultatief.
De vier literaire genres die deel uitmaken van onze opleiding staan op gelijk niveau. Niettemin zijn er duidelijke verschillen. Prozaschrijvers, dichters en essayisten streven naar een boekpublicatie; toneelschrijvers zullen hun tekst op uitvoering moeten afstemmen. Dit veronderstelt dat toneelschrijvers ook een grondige kennis van de praktijk moeten hebben. Verwerving van die kennis is onderdeel van de opleiding. Vanaf het tweede jaar worden voor toneelstudenten readings georganiseerd, waarbij hun teksten in samenwerking met acteurs en/of regisseurs, aan de praktijk worden getoetst.
Ook voor de andere genres streven we naar aansluiting bij de praktijk. Zo is er voor derde- en vierdejaarsstudenten een speciale bijeenkomst over de zakelijke kanten van het schrijverschap (auteursrecht, uitgeverscontracten, acquisitie, fondsen, fiscale aangelegenheden). Voor derdejaars proza- en essaystudenten is er een blok met acht lessen eindredactie. Verder worden er in het derde jaar podia georganiseerd waarbij studenten zich kunnen bekwamen in de voordracht van het eigen werk. Ook voor de eerstejaars is er in het voorjaar een dergelijke avond, waar studenten in een ongedwongen sfeer en op vrijwillige basis kunnen voordragen uit eigen werk.
Ten slotte zijn er verspreid over het studiejaar voor alle studenten en cursisten diverse gastlessen, masterclasses en lezingen, bijvoorbeeld door recensenten, redacteuren, uitgevers en -uiteraard- schrijvers. Dergelijke bijeenkomsten worden doorgaans gevolgd door een borrel, waarmee er regelmatig gelegenheid is tot informeel contact met mede-studenten, docenten, medewerkers en andere mensen uit het literaire veld.
Op de pagina uitgangspunten lees je meer over onze werkwijze en onze visie op schrijfonderwijs.
Opleiding en cursussen voor aspirant-schrijvers
De Schrijversvakschool biedt een vierjarige deeltijdopleiding voor aspirant-schrijvers. Het programma omvat vijf genres: proza, poëzie, toneel, scenario en essay. Daarnaast zijn er lessen schrijftraining, waarin uiteenlopende aspecten van de schrijfkunst worden beoefend en onderzocht.
Voor wie de schrijfopleiding nog een stap te ver vindt, of voor wie in één enkel genre is geïnteresseerd, zijn er cursussen proza, roman, poëzie, toneel, scenario, essay, jeugdliteratuur en schrijftraining...
De studenten van de Schrijversvakschool verschillen zeer van opleiding en achtergrond. Het niveau van de Schrijversvakschool is vergelijkbaar met het hoger kunstonderwijs. Er is geen geëigende vooropleiding voor ons onderwijs. De selectie vindt dus plaats aan de poort.
Kandidaten leveren een proeve van hun werk in en motiveren schriftelijk hun inschrijving. Werk en motivatie worden door docenten van de Schrijversvakschool beoordeeld. Daarbij wordt vooral gelet op taalvaardigheid en artistiek ontwikkelingspotentieel...
Naar Herengracht 274 ben je te voet vanaf het Centraal Station ongeveer een kwartier onderweg. De dichtstbijzijnde tramhalte is de halte Dam achter het Koninklijk Paleis, vanaf het Centraal Station bereikbaar met de lijnen 2, 12, 13 en 17 (d.w.z. alle lijnen die vertrekken vanaf de westzijde van het stationsplein). Automobilisten kunnen gebruikmaken van Q-Park Nieuwendijk (Nieuwezijds Voorburgwal), op ca. 500 meter loopafstand van de leslocatie. Herengracht 613 (boven uitgeverij Van Oorschot) is het beste te bereiken via metrostation Waterlooplein of de tramhalte op het Rembrandtplein (lijnen 4 en 14 vanaf het Centraal Station). Parkeren is mogelijk in parkeergarage Stadhuis/Muziektheater (Stopera)
Op grond van journalistiek werk is het niet goed mogelijk om je potentie ten aanzien van het artistieke schrijven te beoordelen. Als je ervoor kiest om proza in te sturen, beperk je dan tot fictie of literaire non-fictie.
Aangezien wij uitsluitend lesgeven in het Nederlands, kun je geen anderstalig werk insturen.
Avondlessen zijn altijd van 19.00 tot 22.00 uur. Op zaterdagochtend is er les van 10.00 tot 13.00 uur en op zaterdagmiddag van 14.00 tot 17.00 uur. Het gebouw is vanaf een halfuur voor aanvang van de lessen toegankelijk.
Tijdens de opleiding heb je in de eerste fase twee dagdelen per week les. Daarnaast moet je rekening houden met minimaal twee dagdelen per week (ongeveer 8 uur) die je besteedt aan het uitwerken van opdrachten.
In de tweede fase neemt de werkdruk toe.
Zie de pagina Kosten.
Ja, in dat geval machtig je ons het lesgeld in tien maandelijkse termijnen van je rekening af te schrijven. Het machtigingsformulier ontvang je tegelijk met je factuur.
Studenten uit de opleiding kunnen op deze pagina allerlei informatie met betrekking tot het actuele studiejaar terugvinden zoals lesroosters, beoordelingsprocedures en planning van activiteiten.
Indien je hebt besloten je in te schrijven voor de opleiding, vul je gegevens dan in op het online-formulier (via de knop hieronder). Je ontvangt dan per mail een inschrijfformulier in pdf-formaat waarop je gegevens al staan vermeld. Dat formulier kun je uitprinten en ondertekenen, en vervolgens met de gevraagde bijlagen per post naar ons opsturen. Door het inschrijfformulier te ondertekenen en te versturen, verklaar je je akkoord met de algemene voorwaarden.