In de onlangs verschenen essaybundel Bakvis (uitgeverij Wereldbibliotheek) schrijft docent essay en proza Daniël Rovers over boeken die hem in zijn jongste jeugd hebben gevormd en tot schrijver hebben gemaakt. Annie M.G. Schmidts Pluk van de Petteflet in de eerste plaats, de jeugdromans van Thea Beckman, het dagboek van Anne Frank. In de jaren daarna dienden zich telkens weer andere namen aan, zoals Franz Kafka, Penelope Fitzgerald, Nanne Tepper en David Foster Wallace. Zij leerden hem spreken en schrijven over verlangens en gevoelens die hij eerder nauwelijks begreep.
Bakvis gaat daarnaast over de meest eenvoudige en tegelijk fundamentele vragen in de literatuur. Waarom geldt het als diepzinnig om cynische boeken te schrijven? Zijn tv-series werkelijk de romans van nu? Wat is eigenlijk het verschil tussen een gedicht en een geheim dagboek? En hoe moeten we trouwens omgaan met de stem in ons hoofd die ons waarschuwt niet ten prooi te vallen aan valse ontroering?
Rovers’ essays leiden naar de nuchtere en hoopvolle conclusie: om iets van het leven te maken, moeten we aan het lezen slaan.
Decaan en docent Maaike Bergstra is toneelschrijver, en schreef de voorstelling Bloedzus, een prikkelende, humoristische en muzikale voorstelling over de eeneiige tweeling...
Maar liefst drie van de vijf genomineerden van de prestigieuze Joost Zwagerman Essayprijs zijn (oud-)studenten van de Schrijversvakschool: Dafne Gotink, Inge...
Op 15 oktober verscheen de nieuwe roman van Ingrid Hoogervorst: Topologie van het naaimandje (Nijgh & Van Ditmar 2024)
Elk verhaal begint met een detail...
Oud-student Lisa Scheerder (Oosterbeek, 1966) is jurist en was jarenlang topadviseur voor de gemeente Amsterdam. Onlangs verscheen haar debuutroman Blaam (uitgeverij...